Onlangs legde een Belgische rechter een wel zeer bijzondere ‘straf’ op aan een pleger van een verkeersdelict: de dader in kwestie is veroordeeld tot het lezen van A. F.Th. van der Heijden’s Tonio. Deze ‘requiemroman’ heeft als protagonist de zoon van A.F.Th. van der Heijden die door een verkeersongeval om het leven gekomen is. Een probatiecommissie zal controleren of de man het boek daadwerkelijk gelezen heeft. Als de veroordeelde de commissie er niet van overtuigt dat hij het boek gelezen heeft wordt hem alsnog 32 maanden rijontzegging opgelegd, bovenop de 4 maanden die sowieso kreeg.
De auteur zelf heeft in ieder geval hoge verwachtingen van het vonnis:
"Dat zet moreel niet veel zoden aan de dijk bij zo'n snelheidsduivel", vermoedt hij. "Het veroorzaakt eerder woede omdat hij zijn kar drie jaar niet mag gebruiken. Waarna hij weer op de oude voet op het gaspedaal doorgaat." De auteur voelt er niets voor om in de probatiecommissie plaats te nemen. "Ik heb als schrijver al mijn steentje bijgedragen aan deze alternatieve taakstraf", vindt hij. "Al hoop ik wel dat deze uitspraak navolging krijgt, ook in Nederland. Als schrijver twijfel je soms hoe maatschappelijk relevant je boeken zijn, zeker bij zo'n persoonlijk werk als dit. Deze uitspraak bewijst dat dat wel degelijk het geval kan zijn."[1]
Ik ben gepromoveerd op de verhouding tussen lezen en morele ontwikkeling. Die verhouding bestaat: leeservaringen kunnen een krachtige morele uitwerking hebben, en structureel leesgedrag kan zeker bijdragen aan de morele vorming van de lezer. Daarmee is echter nog niet gezegd dat de Belgische rechter in deze wijs heeft gehandeld, of dat de opgelegde sanctie een vruchtbare zal blijken. Ook denk ik niet dat een boek in zichzelf geslaagd is of niet als er “mensen door tot inkeer komen” , en of literatuur maatschappelijk relevant moet zijn om meerwaarde te hebben acht ik ook discutabel. Het vonnis berust naar mijn mening op een verkeerd idee aangaande wat een boek is, en doet, en hoe de relatie tussen lezen en morele vorming gedacht moet worden.
Om te beginnen levert het enkelvoudige lezen van welk boek dan ook niet zonder meer een morele ervaring op, of een waardevol inzicht of een stuk reflectie. De Engelse literatuurwetenschapper en psycholoog David Harding omschreef de meest waardevolle leeservaring als één die isomorf is aan dat van een gepassioneerde toeschouwer. Enkel toeschouwen is niet genoeg, wil er wat gebeuren moet de lezer ook daadwerkelijk gegrepen en gefascineerd worden door wat er gebeurt. Wil een leeservaring diep inwerken op een persoon moet die persoon daar ook voor open staan, en zich door die ervaring laten raken. De lezer is geen passieve grootheid, een leeg blad dat beschreven kan worden door wat een boek ons te zeggen heeft. Goed lezen is hard werken, en voor wie dat niet kan of wil, zijn duizend boeken niet genoeg.
Ten tweede is het m.i. niet zo dat de morele ontwikkeling die samenhangt met het lezen zo specifriek en zichtbaar is als de rechter schijnt te denken. Lezen zelf kan ervaringen opleveren die ons moreel verder helpen en ons oordeelsvermogen scherpen en onze empathie versterken maar ik acht het onwaarschijnlijk dat er tussen het lezen van de roman Tonio en beter gedrag in het verkeer een causaal verband bestaat.
Een morele ervaring werkt doorgaans een stuk subtieler en diffuser dan dat. Ik heb Tonio niet gelezen, maar ik kan me wel voorstellen dat het – als het een goed boek is – ons gevoeliger kan maken voor de pijn die een ouder voelt om het verlies van zijn kind. Dit inzicht is moreel relevant maar niet bijster concreet en vertaalt zich dan ook niet per sé in, zeg, ander rijgedrag.
Tonio voorschrijven aan een sportieve automobilist zal hoogstwaarschijnlijk leiden tot een iets gevoeligere sportieve automobilist. De sanctie dient dus m.i. geen doel. Als de gedwongen lezer met tegenzin leest gebeurt er niets, afgezien van een (nog?) grotere antipathie jegens het geschreven woord. Als de lezer erdoor getroffen wordt zal dat op zich nog niet betekenen dat de geïsoleerde leeservaring zich zonder meer gaat vertalen tot sociaal wenselijk gedrag. De gedachte dat dit wel het geval zou zijn getuigt van een povere blik op wat literatuur is, of doet.
Een morele ervaring werkt doorgaans een stuk subtieler en diffuser dan dat. Ik heb Tonio niet gelezen, maar ik kan me wel voorstellen dat het – als het een goed boek is – ons gevoeliger kan maken voor de pijn die een ouder voelt om het verlies van zijn kind. Dit inzicht is moreel relevant maar niet bijster concreet en vertaalt zich dan ook niet per sé in, zeg, ander rijgedrag.
Tonio voorschrijven aan een sportieve automobilist zal hoogstwaarschijnlijk leiden tot een iets gevoeligere sportieve automobilist. De sanctie dient dus m.i. geen doel. Als de gedwongen lezer met tegenzin leest gebeurt er niets, afgezien van een (nog?) grotere antipathie jegens het geschreven woord. Als de lezer erdoor getroffen wordt zal dat op zich nog niet betekenen dat de geïsoleerde leeservaring zich zonder meer gaat vertalen tot sociaal wenselijk gedrag. De gedachte dat dit wel het geval zou zijn getuigt van een povere blik op wat literatuur is, of doet.
Hoewel er zeker specifieke leeservaringen zijn waarvan we achteraf kunnen zeggen dat die ons bijzonder geraakt hebben, dat die ons belangrijke inzichten hebben gebracht, is dit proces hoogst individueel en niet programmeerbaar of controleerbaar. Het boek wat ik het meest waardevol acht kan door andere even competente lezers als volstrekt oninteressant worden gezien – welke leeservaring voor mij vruchtbaar is, is niet iets wat door anderen kan worden bepaald : de ontmoeting met zo`n unieke, onherhaalbare leeservaring is een moment van intellectuele intimiteit dat strikt individueel is – een heiligdom wat niet met de modderige laarzen van de propagandist betreden mag worden.
Het idee dat literatuur pas geslaagd mag heten, “niet voor niets geschreven is” zoals van der Heijden zegt, als het bepaald gedrag te weeg brengt lijkt me een te beperkte opvatting van wat een goed boek is, of doet. Een roman is een kunstwerk, en als kunstwerk is het goed of slecht in zichzelf. Als we de waarde van een kunstwerk gaan afmeten aan bewerkte gedragsverandering (en hoe toon je dat überhaupt aan?) ontaardt de literatuur tot een utilitaristisch spelletje: het beste boek zou dan dat zijn wat de meeste verkeersongelukken voorkomt, of het meest inspireert tot het doen van financiële bijdragen aan enig goed doel . Het goede van een goed boek is echter eindeloos veel meer dan zoiets contingents en tijdelijks als “maatschappelijke relevantie”.
Integendeel : een goed boek is relevant omdat het goed is, het is niet goed omdat het relevant is, boeken die geschreven zijn voor deze of gene relevantie zijn niet voor de eeuwigheid geschreven, zij zijn niet wat zij hadden kunnen zijn. Schrijvers zijn geen, zoals de Stalinisten het graag zagen, "ingenieurs van de ziel". Zij hebben een hogere roeping.
Ten slotte nog een aantal opmerkingen over het straf-aspect van deze kwestie. Ook hier zijn twee kritische punten te maken: ten eerste bestendigt het vonnis een algemeen beeld dat lezen misschien wel goed voor je is, maar eigenlijk ook heel erg vervelend, zo vervelend dat één roman van 640 pagina’s ongeveer qua strafmaat overeenkomt met 32 maanden rijontzegging. Lezen “werkt” alleen als we er ook plezier in hebben, als we er ons door willen laten raken, als wij de trossen los kunnen werpen en ons laten meevoeren op de stroom van het verhaal – een leestaak opleggen als straf is niet alleen contraproductief voor de tot Tonio veroordeelde lezer, maar geeft ook een contraproductief signaal af aan de rest van de wereld.
Een laatste aspect van deze kwestie is tenslotte dat, tenzij alle verkeersboosdoeners de kans krijgen hun rijontzeggingen af te kopen met wat boekenbonnen, een schrijnende vorm van rechtsongelijkheid om de hoek komt kijken. Het is niet uit te leggen dat voor vergelijkbare delicten, gepleegd in vergelijkbare omstandigheden zowel 3 jaar rijontzegging, als 4 maanden rijontzegging en het lezen van een boek als straf kan worden opgelegd. Het rechtsstelsel is niet gebaat bij dergelijke willekeur
Graag plaats ik een persoonlijke kanttekening bij dit blog. Ik ben geen jurist, en geen professioneel deskundige op het gebied van (de invloed van) lezen. Ik ben een eenvoudige natuurkundige die graag boeken leest. De uitspraak van de Belgische rechter verbaasde ook mij in eerste instantie. Ik heb Tonio vorig jaar gelezen. Ik vind AFTh een goede schrijver, zijn schrijfstijl en onderwerpen passen mij kennelijk. Ik lees zijn boeken over het algemeen met aandacht en plezier. Toch was het lezen van Tonio een andere ervaring dan gebruikelijk bij AFth. Het boek is een werkelijk zeer aangrijpend verslag van wat je als ouder overkomt bij het overlijden van een kind. Voor mij was het aangrijpend behalve door de indringende stijl, ook omdat ik zelf ook een zoon van 21 heb, maar ik kan me na lezing van het boek niet voorstellen dat er een lezer is (met of zonder kinderen) die NIET geraakt wordt door het boek, en niet tot nadenken wordt aangezet. Dit lijkt ook bevestigd te worden door de reacties die ik las van iedereen die het boek ook las. Liefdevol en gruwelijk naar de keel vliegend, zoiets.
ReplyDeleteWat is de functie van straffen? Ik denk: duidelijk maken dat de maatschappij het vertoonde gedrag niet tolereert, om de gestrafte te treffen met gevangenschap of geldboete, maar ook om bij de gestrafte gedragsverandering teweeg te brengen. Dit niet weer!
In het hier spelende geval is sprake van een automobilist die betrapt werd 'toen hij met zijn auto onophoudelijk aan het slippen was op een rotonde in Zele.' Ik ken de de situatie natuurlijk niet, maar het komt mij voor dat hij niemand doodgereden, verwond of anderszins schade heeft berokkend. Er is alleen sprake geweest van onverantwoord, wellicht gevaarlijk rijgedag. Ernstig, maar niet zo verschrikkelijk als het doodrijden van een medeweggebruiker. Daarvoor moet hij worden gestraft. De gestrafte zal direct getroffen worden door het opgelegde rijverbod van 4 maanden. Het boek moet zorgen voor de gedragsverandering. Zal dat werken? Ik ben het met je eens, dat hangt van het empathisch vermogen van de gestrafte af. Mij heeft dit boek in ieder geval aangegrepen, en aangezet tot reflectie. Ik zou voorlopig willen aannemen, dat de rechter bij bepalen van de strafmaat ook rekening gehouden heeft met de persoonlijkheid van de snelheidsduivel. Verder ben ik het met Van der Heijden eens, als hij betoogt dat een gevangenisstraf lang niet altijd leidt tot gedragsverandering. Vaak hoor je dat je in de gevangenis alleen maar omgaat met andere boeven. Ik weet niet hoe het bijv. zit met recidive bij plegers van verkeersmisdrijven. Misschien werkt een taakstraf beter dan egevangenis.
Ik zou ten slotte willen opmerken dat ik Tonio met grote aandacht heb gelezen, maar dat ik het niet met plezier heb gelezen, overigens zonder dat het nu meteen een straf was. Maar het heeft me zeer, zeer geraakt, en aan het denken gezet.
De opmerking dat de straf afgedaan wordt met het inruilen van wat boekenbonnen is naar mijn smaak een simplificatie. De straf is niet het lezen, maar na DIT misdrijf (en DEZE overtreder) het lezen van juist DIT BOEK. Voor een ander misdrijf, een andere dader is een wellicht een andere straf passender. Dat hoeft niet per se een rechtsongelijkheid te betekenen.
Tenslotte denk ik dat de opvatting van AFth over wat geslaagde, niet voor niets geschreven literatuur is, breder is dan alleen een maatschappelijke relevantie. Zijn overige werk vertelt me dat.
Enfin, teveel woorden weer. En of het hout snijdt? Ik weet het niet. Maar ik weet ook zo zeker nog niet, of dit niet toch een passende straf kan zijn.
Een suggestie (niet meer dan dat, want ik heb geen verstand van het [Belgische] recht en ook het vonnis niet gelezen): zou je niet veeleer moeten zeggen dat de STRAF de 36 maanden rijontzegging zijn en het lezen van het boek een VOORWAARDE om een deel van die straf te ontlopen?
ReplyDeleteIn die zin zouden dan de aanhalingstekens die je in de eerste zin om "straf" plaatste niet alleen op hun plaats zijn omdat lezen geen straf is, maar vooral ook omdat lezen hier feitelijk inderdaad niet als straf is opgelegd. Ook de voorwaarde van andere voorwaardelijke straffen, die doorgaans - maar hier dus niet - bestaat in het niet herhalen van het strafbare feit (bijv. "de komende twee jaar niet nogmaals het voetbalveld betreden tijdens een wedstrijd"), kan men immers moeilijk als straf bestempelen.